Tijdens de week van de loopbaan (eind september) heb ik erg leuke gesprekken gevoerd met belangstellenden die wel eens wilden horen wat een (loopbaan)coach nou eigenlijk doet. Bij allemaal bleek er een verschillend beeld te zijn over wat ze konden verwachten. Dat was niet alleen afhankelijk van hun eigen (hulp)vraag, maar ook van de mate van schroom die ze hadden om hulp in te schakelen bij hun eigen denkproces.
Eerder dit jaar schreef Susanne Geuze in de Volkskrant een interessant stuk over de zin en onzin van het inschakelen van een coach.
Zij bespreekt hierin dat het bij de enorme toename van coaches de laatste jaren opvalt dat sommige mensen die zich coach noemen, dat strikt genomen niet zijn. Deze coaches blijken meer te vertellen over hoe zij een probleem zouden oplossen en putten daarbij vooral uit eigen werk- of levenservaring. Dit is meer mentorschap dan coaching.
Iemand die alleen maar zegt: ‘weet je wat jij moet doen’, projecteert zijn problemen en proces op de klant. Dan kan je wellicht beter een avond de kroeg in met een goede vriend(in).
Een coach is praktisch ingesteld en kijkt vooruit: welk doel heb je voor ogen en hoe kun je dat concreet bereiken?
Door goed te luisteren, door te vragen, te spiegelen, stiltes te laten vallen, niet in te vullen, te triggeren, soms door confronteren en soms door gewoon samen te vatten, is de belangrijkste taak van een coach vooral klanten te ondersteunen om van binnenuit bij zichzelf een nieuw inzicht te laten ontstaan.
Volgens Susanne Geuze schakelen steeds meer Nederlanders een coach in voor hun persoonlijke of werk gerelateerde problemen. Dit komt vooral doordat de samenleving op emotioneel vlak steeds meer van ons verwacht. Vroeger deed men vaak veertig jaar lang hetzelfde werk. Nu vraagt de baas na een paar jaar: goh, wat is je volgende stap? We worden dus gedwongen na te denken over wat we nu écht willen.
In de wirwar van coaches een goede hulpverlener vinden is niet eenvoudig. De één werkt ‘vanuit harmonie en ambitie en de balans daartussen’. Een ander neemt mensen mee in een Volkswagenbus voor een ‘droomdag’ op de hei en weer een ander leert mensen hun lijf voelen op de dansvloer.
Goede coaches volgen daarom opleidingen en trainingen en doen regelmatig aan intervisie met collega’s. Ook een accreditatie van beroepsvereniging zoals van de NOLOC of NOBCO en certificering voor de ondersteunende instrumenten kan iets zeggen over kwaliteit.
Maar het belangrijkste is dat de klant naar huis gaat met het gevoel dat hij wijzer is geworden. Omdat dat voor iedereen anders is, blijft het vinden van een passende coach uiteindelijk een kwestie van uitproberen (net als kaas).
Het artikel van Susanne eindigt met de volgende uitspraak waar ik het volledig mee eens ben: ‘Mensen zoeken iemand die hen begrijpt en bij wie ze zich op hun gemak voelen. Dan kun je nog zo veel certificaten hebben, zonder een klik heeft het traject geen enkele zin.’
Daarom ga ik, voor dat ik met een klant aan het werk ga, altijd eerst kort en vrijblijvend in gesprek om te kijken of er een klik kan zijn. Maar ook of je als klant het vertrouwen voelt dat ik degene ben die je verder kan helpen.
Als coach help ik je graag op weg bij loopbaan-, team- en proces vragen dus neem vooral contact op voor een oriënterend en vrijblijvend gesprek.
Hele artikel lezen?: Susanne Geuze, 18 maart 2017